zondag 13 maart 2011

Aanvaardbaar risico?

Er zijn weinig landen zo goed voorbereid op een aardbeving als Japan. De fundamenten van veel gebouwen zijn erop berekend dat ze flinke schokken te verduren kunnen krijgen. Japanse wijsheid is mede door schade en schande tot stand gekomen. Het afgelopen weekend is daar een belangrijke les aan toegevoegd.

Al die ervaring met natuurrampen heeft namelijk niet kunnen voorkomen dat een kernreactor is gaan lekken. Japan is voor de energievoorziening afhankelijke geworden van ruim 50 kernreactoren.

De kans op een ramp in zo'n kernreactor is erg klein.
De kans op een aardbeving is erg klein.
De kans op een tsunami is erg klein.

Maar de kans dat zich een keer een grotere aardbeving voordoet dan de afgelopen pakweg 100 jaar, die is aanzienlijk. En de kans dat één van die goed beveiligde 50 reactoren dan beschadigd raakt, die is kennelijk ook groter dan was ingeschat. Of was ook deze ramp gewoon voorzien?

Statistici kunnen mooi voorrekenen hoe klein de kansen op rampen zijn, bij verschillende maten van beveiliging. Helaas is het de politiek die moet bepalen of zo'n risico aanvaardbaar is. En in de politiek, daar is het toch vooral de Homo Economicus die de scepter zwaait. Die ziet de huidige mate van industriële groei als randvoorwaarde. Er moet dus steeds meer energie geleverd worden, waarbij de kans op een nucleaire ramp inmiddels als een aanvaardbaar bedrijfsrisico wordt beschouwd. Natuurlijk kun je miljoenen extra steken in het verkleinen van een kans op een ramp, maar nu we in een mondiale economische crisis verkeren kunnen we dat geld wel beter gebruiken...

Onder het mom van een milieuvriendelijk alternatief wil onze huidige regering ook kernreactors bij laten bouwen. Liefst zo snel mogelijk. Wij zijn er voor onze energievoorziening van afhankelijk, roept de Homo Economicus. Onze mate van industrialisatie vereist dat. En ach, al zou er wat mis kunnen gaan, die kans is toch zeker verwaarloosbaar klein?